[ Index ]

PHP Cross Reference of Unnamed Project

title

Body

[close]

/lib/phpexcel/PHPExcel/locale/nl/ -> functions (source)

   1  ##

   2  ## PHPExcel

   3  ##


   4  ## Copyright (c) 2006 - 2013 PHPExcel

   5  ##

   6  ## This library is free software; you can redistribute it and/or

   7  ## modify it under the terms of the GNU Lesser General Public

   8  ## License as published by the Free Software Foundation; either

   9  ## version 2.1 of the License, or (at your option) any later version.

  10  ##

  11  ## This library is distributed in the hope that it will be useful,

  12  ## but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of

  13  ## MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.  See the GNU

  14  ## Lesser General Public License for more details.

  15  ##

  16  ## You should have received a copy of the GNU Lesser General Public

  17  ## License along with this library; if not, write to the Free Software

  18  ## Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA  02110-1301  USA

  19  ##

  20  ## @category   PHPExcel

  21  ## @package    PHPExcel_Calculation

  22  ## @copyright  Copyright (c) 2006 - 2013 PHPExcel (http://www.codeplex.com/PHPExcel)

  23  ## @license    http://www.gnu.org/licenses/old-licenses/lgpl-2.1.txt    LGPL

  24  ## @version    ##VERSION##, ##DATE##

  25  ##

  26  ## Data in this file derived from http://www.piuha.fi/excel-function-name-translation/

  27  ##

  28  ##

  29  
  30  
  31  ##

  32  ##    Add-in and Automation functions            Automatiseringsfuncties en functies in invoegtoepassingen

  33  ##

  34  GETPIVOTDATA        = DRAAITABEL.OPHALEN        ##    Geeft gegevens uit een draaitabelrapport als resultaat
  35  
  36  
  37  ##

  38  ##    Cube functions                    Kubusfuncties

  39  ##

  40  CUBEKPIMEMBER        = KUBUSKPILID            ##    Retourneert de naam, eigenschap en waarde van een KPI (prestatie-indicator) en geeft de naam en de eigenschap in de cel weer. Een KPI is een meetbare waarde, zoals de maandelijkse brutowinst of de omzet per kwartaal per werknemer, die wordt gebruikt om de prestaties van een organisatie te bewaken
  41  CUBEMEMBER        = KUBUSLID            ##    Retourneert een lid of tupel in een kubushiërarchie. Wordt gebruikt om te controleren of het lid of de tupel in de kubus aanwezig is
  42  CUBEMEMBERPROPERTY    = KUBUSLIDEIGENSCHAP        ##    Retourneert de waarde van een lideigenschap in de kubus. Wordt gebruikt om te controleren of de lidnaam in de kubus bestaat en retourneert de opgegeven eigenschap voor dit lid
  43  CUBERANKEDMEMBER    = KUBUSGERANGCHIKTLID        ##    Retourneert het zoveelste, gerangschikte lid in een set. Wordt gebruikt om een of meer elementen in een set te retourneren, zoals de tien beste verkopers of de tien beste studenten
  44  CUBESET            = KUBUSSET            ##    Definieert een berekende set leden of tupels door een ingestelde expressie naar de kubus op de server te sturen, alwaar de set wordt gemaakt en vervolgens wordt geretourneerd naar Microsoft Office Excel
  45  CUBESETCOUNT        = KUBUSSETAANTAL        ##    Retourneert het aantal onderdelen in een set
  46  CUBEVALUE        = KUBUSWAARDE            ##    Retourneert een samengestelde waarde van een kubus
  47  
  48  
  49  ##

  50  ##    Database functions                Databasefuncties

  51  ##

  52  DAVERAGE        = DBGEMIDDELDE            ##    Berekent de gemiddelde waarde in geselecteerde databasegegevens
  53  DCOUNT            = DBAANTAL            ##    Telt de cellen met getallen in een database
  54  DCOUNTA            = DBAANTALC            ##    Telt de niet-lege cellen in een database
  55  DGET            = DBLEZEN            ##    Retourneert één record dat voldoet aan de opgegeven criteria uit een database
  56  DMAX            = DBMAX                ##    Retourneert de maximumwaarde in de geselecteerde databasegegevens
  57  DMIN            = DBMIN                ##    Retourneert de minimumwaarde in de geselecteerde databasegegevens
  58  DPRODUCT        = DBPRODUCT            ##    Vermenigvuldigt de waarden in een bepaald veld van de records die voldoen aan de criteria in een database
  59  DSTDEV            = DBSTDEV            ##    Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef uit geselecteerde databasegegevens
  60  DSTDEVP            = DBSTDEVP            ##    Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie van geselecteerde databasegegevens
  61  DSUM            = DBSOM                ##    Telt de getallen uit een kolom records in de database op die voldoen aan de criteria
  62  DVAR            = DBVAR                ##    Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef uit geselecteerde databasegegevens
  63  DVARP            = DBVARP            ##    Berekent de variantie op basis van de volledige populatie van geselecteerde databasegegevens
  64  
  65  
  66  ##

  67  ##    Date and time functions                Datum- en tijdfuncties

  68  ##

  69  DATE            = DATUM                ##    Geeft als resultaat het seriële getal van een opgegeven datum
  70  DATEVALUE        = DATUMWAARDE            ##    Converteert een datum in de vorm van tekst naar een serieel getal
  71  DAY            = DAG                ##    Converteert een serieel getal naar een dag van de maand
  72  DAYS360            = DAGEN360            ##    Berekent het aantal dagen tussen twee datums op basis van een jaar met 360 dagen
  73  EDATE            = ZELFDE.DAG            ##    Geeft als resultaat het seriële getal van een datum die het opgegeven aantal maanden voor of na de begindatum ligt
  74  EOMONTH            = LAATSTE.DAG            ##    Geeft als resultaat het seriële getal van de laatste dag van de maand voor of na het opgegeven aantal maanden
  75  HOUR            = UUR                ##    Converteert een serieel getal naar uren
  76  MINUTE            = MINUUT            ##    Converteert een serieel naar getal minuten
  77  MONTH            = MAAND                ##    Converteert een serieel getal naar een maand
  78  NETWORKDAYS        = NETTO.WERKDAGEN        ##    Geeft als resultaat het aantal hele werkdagen tussen twee datums
  79  NOW            = NU                ##    Geeft als resultaat het seriële getal van de huidige datum en tijd
  80  SECOND            = SECONDE            ##    Converteert een serieel getal naar seconden
  81  TIME            = TIJD                ##    Geeft als resultaat het seriële getal van een bepaald tijdstip
  82  TIMEVALUE        = TIJDWAARDE            ##    Converteert de tijd in de vorm van tekst naar een serieel getal
  83  TODAY            = VANDAAG            ##    Geeft als resultaat het seriële getal van de huidige datum
  84  WEEKDAY            = WEEKDAG            ##    Converteert een serieel getal naar een weekdag
  85  WEEKNUM            = WEEKNUMMER            ##    Converteert een serieel getal naar een weeknummer
  86  WORKDAY            = WERKDAG            ##    Geeft als resultaat het seriële getal van de datum voor of na een bepaald aantal werkdagen
  87  YEAR            = JAAR                ##    Converteert een serieel getal naar een jaar
  88  YEARFRAC        = JAAR.DEEL            ##    Geeft als resultaat het gedeelte van het jaar, uitgedrukt in het aantal hele dagen tussen begindatum en einddatum
  89  
  90  
  91  ##

  92  ##    Engineering functions                Technische functies

  93  ##

  94  BESSELI            = BESSEL.Y            ##    Geeft als resultaat de gewijzigde Bessel-functie In(x)
  95  BESSELJ            = BESSEL.J            ##    Geeft als resultaat de Bessel-functie Jn(x)
  96  BESSELK            = BESSEL.K            ##    Geeft als resultaat de gewijzigde Bessel-functie Kn(x)
  97  BESSELY            = BESSEL.Y            ##    Geeft als resultaat de gewijzigde Bessel-functie Yn(x)
  98  BIN2DEC            = BIN.N.DEC            ##    Converteert een binair getal naar een decimaal getal
  99  BIN2HEX            = BIN.N.HEX            ##    Converteert een binair getal naar een hexadecimaal getal
 100  BIN2OCT            = BIN.N.OCT            ##    Converteert een binair getal naar een octaal getal
 101  COMPLEX            = COMPLEX            ##    Converteert reële en imaginaire coëfficiënten naar een complex getal
 102  CONVERT            = CONVERTEREN            ##    Converteert een getal in de ene maateenheid naar een getal in een andere maateenheid
 103  DEC2BIN            = DEC.N.BIN            ##    Converteert een decimaal getal naar een binair getal
 104  DEC2HEX            = DEC.N.HEX            ##    Converteert een decimaal getal naar een hexadecimaal getal
 105  DEC2OCT            = DEC.N.OCT            ##    Converteert een decimaal getal naar een octaal getal
 106  DELTA            = DELTA                ##    Test of twee waarden gelijk zijn
 107  ERF            = FOUTFUNCTIE            ##    Geeft als resultaat de foutfunctie
 108  ERFC            = FOUT.COMPLEMENT        ##    Geeft als resultaat de complementaire foutfunctie
 109  GESTEP            = GROTER.DAN            ##    Test of een getal groter is dan de drempelwaarde
 110  HEX2BIN            = HEX.N.BIN            ##    Converteert een hexadecimaal getal naar een binair getal
 111  HEX2DEC            = HEX.N.DEC            ##    Converteert een hexadecimaal getal naar een decimaal getal
 112  HEX2OCT            = HEX.N.OCT            ##    Converteert een hexadecimaal getal naar een octaal getal
 113  IMABS            = C.ABS                ##    Geeft als resultaat de absolute waarde (modulus) van een complex getal
 114  IMAGINARY        = C.IM.DEEL            ##    Geeft als resultaat de imaginaire coëfficiënt van een complex getal
 115  IMARGUMENT        = C.ARGUMENT            ##    Geeft als resultaat het argument thèta, een hoek uitgedrukt in radialen
 116  IMCONJUGATE        = C.TOEGEVOEGD            ##    Geeft als resultaat het complexe toegevoegde getal van een complex getal
 117  IMCOS            = C.COS                ##    Geeft als resultaat de cosinus van een complex getal
 118  IMDIV            = C.QUOTIENT            ##    Geeft als resultaat het quotiënt van twee complexe getallen
 119  IMEXP            = C.EXP                ##    Geeft als resultaat de exponent van een complex getal
 120  IMLN            = C.LN                ##    Geeft als resultaat de natuurlijke logaritme van een complex getal
 121  IMLOG10            = C.LOG10            ##    Geeft als resultaat de logaritme met grondtal 10 van een complex getal
 122  IMLOG2            = C.LOG2            ##    Geeft als resultaat de logaritme met grondtal 2 van een complex getal
 123  IMPOWER            = C.MACHT            ##    Geeft als resultaat een complex getal dat is verheven tot de macht van een geheel getal
 124  IMPRODUCT        = C.PRODUCT            ##    Geeft als resultaat het product van complexe getallen
 125  IMREAL            = C.REEEL.DEEL            ##    Geeft als resultaat de reële coëfficiënt van een complex getal
 126  IMSIN            = C.SIN                ##    Geeft als resultaat de sinus van een complex getal
 127  IMSQRT            = C.WORTEL            ##    Geeft als resultaat de vierkantswortel van een complex getal
 128  IMSUB            = C.VERSCHIL            ##    Geeft als resultaat het verschil tussen twee complexe getallen
 129  IMSUM            = C.SOM                ##    Geeft als resultaat de som van complexe getallen
 130  OCT2BIN            = OCT.N.BIN            ##    Converteert een octaal getal naar een binair getal
 131  OCT2DEC            = OCT.N.DEC            ##    Converteert een octaal getal naar een decimaal getal
 132  OCT2HEX            = OCT.N.HEX            ##    Converteert een octaal getal naar een hexadecimaal getal
 133  
 134  
 135  ##

 136  ##    Financial functions                Financiële functies

 137  ##

 138  ACCRINT            = SAMENG.RENTE            ##    Berekent de opgelopen rente voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd
 139  ACCRINTM        = SAMENG.RENTE.V        ##    Berekent de opgelopen rente voor een waardepapier waarvan de rente op de vervaldatum wordt uitgekeerd
 140  AMORDEGRC        = AMORDEGRC            ##    Geeft als resultaat de afschrijving voor elke boekingsperiode door een afschrijvingscoëfficiënt toe te passen
 141  AMORLINC        = AMORLINC            ##    Berekent de afschrijving voor elke boekingsperiode
 142  COUPDAYBS        = COUP.DAGEN.BB            ##    Berekent het aantal dagen vanaf het begin van de coupontermijn tot de stortingsdatum
 143  COUPDAYS        = COUP.DAGEN            ##    Geeft als resultaat het aantal dagen in de coupontermijn waarin de stortingsdatum valt
 144  COUPDAYSNC        = COUP.DAGEN.VV            ##    Geeft als resultaat het aantal dagen vanaf de stortingsdatum tot de volgende couponvervaldatum
 145  COUPNCD            = COUP.DATUM.NB            ##    Geeft als resultaat de volgende coupondatum na de stortingsdatum
 146  COUPNUM            = COUP.AANTAL            ##    Geeft als resultaat het aantal coupons dat nog moet worden uitbetaald tussen de stortingsdatum en de vervaldatum
 147  COUPPCD            = COUP.DATUM.VB            ##    Geeft als resultaat de vorige couponvervaldatum vóór de stortingsdatum
 148  CUMIPMT            = CUM.RENTE            ##    Geeft als resultaat de cumulatieve rente die tussen twee termijnen is uitgekeerd
 149  CUMPRINC        = CUM.HOOFDSOM            ##    Geeft als resultaat de cumulatieve hoofdsom van een lening die tussen twee termijnen is terugbetaald
 150  DB            = DB                ##    Geeft als resultaat de afschrijving van activa voor een bepaalde periode met behulp van de 'fixed declining balance'-methode
 151  DDB            = DDB                ##    Geeft als resultaat de afschrijving van activa over een bepaalde termijn met behulp van de 'double declining balance'-methode of een andere methode die u opgeeft
 152  DISC            = DISCONTO            ##    Geeft als resultaat het discontopercentage voor een waardepapier
 153  DOLLARDE        = EURO.DE            ##    Converteert een prijs in euro's, uitgedrukt in een breuk, naar een prijs in euro's, uitgedrukt in een decimaal getal
 154  DOLLARFR        = EURO.BR            ##    Converteert een prijs in euro's, uitgedrukt in een decimaal getal, naar een prijs in euro's, uitgedrukt in een breuk
 155  DURATION        = DUUR                ##    Geeft als resultaat de gewogen gemiddelde looptijd voor een waardepapier met periodieke rentebetalingen
 156  EFFECT            = EFFECT.RENTE            ##    Geeft als resultaat het effectieve jaarlijkse rentepercentage
 157  FV            = TW                ##    Geeft als resultaat de toekomstige waarde van een investering
 158  FVSCHEDULE        = TOEK.WAARDE2            ##    Geeft als resultaat de toekomstige waarde van een bepaalde hoofdsom na het toepassen van een reeks samengestelde rentepercentages
 159  INTRATE            = RENTEPERCENTAGE        ##    Geeft als resultaat het rentepercentage voor een volgestort waardepapier
 160  IPMT            = IBET                ##    Geeft als resultaat de te betalen rente voor een investering over een bepaalde termijn
 161  IRR            = IR                ##    Geeft als resultaat de interne rentabiliteit voor een reeks cashflows
 162  ISPMT            = ISBET                ##    Geeft als resultaat de rente die is betaald tijdens een bepaalde termijn van een investering
 163  MDURATION        = AANG.DUUR            ##    Geeft als resultaat de aangepaste Macauley-looptijd voor een waardepapier, aangenomen dat de nominale waarde € 100 bedraagt
 164  MIRR            = GIR                ##    Geeft als resultaat de interne rentabiliteit voor een serie cashflows, waarbij voor betalingen een ander rentepercentage geldt dan voor inkomsten
 165  NOMINAL            = NOMINALE.RENTE        ##    Geeft als resultaat het nominale jaarlijkse rentepercentage
 166  NPER            = NPER                ##    Geeft als resultaat het aantal termijnen van een investering
 167  NPV            = NHW                ##    Geeft als resultaat de netto huidige waarde van een investering op basis van een reeks periodieke cashflows en een discontopercentage
 168  ODDFPRICE        = AFW.ET.PRIJS            ##    Geeft als resultaat de prijs per € 100 nominale waarde voor een waardepapier met een afwijkende eerste termijn
 169  ODDFYIELD        = AFW.ET.REND            ##    Geeft als resultaat het rendement voor een waardepapier met een afwijkende eerste termijn
 170  ODDLPRICE        = AFW.LT.PRIJS            ##    Geeft als resultaat de prijs per € 100 nominale waarde voor een waardepapier met een afwijkende laatste termijn
 171  ODDLYIELD        = AFW.LT.REND            ##    Geeft als resultaat het rendement voor een waardepapier met een afwijkende laatste termijn
 172  PMT            = BET                ##    Geeft als resultaat de periodieke betaling voor een annuïteit
 173  PPMT            = PBET                ##    Geeft als resultaat de afbetaling op de hoofdsom voor een bepaalde termijn
 174  PRICE            = PRIJS.NOM            ##    Geeft als resultaat de prijs per € 100 nominale waarde voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd
 175  PRICEDISC        = PRIJS.DISCONTO        ##    Geeft als resultaat de prijs per € 100 nominale waarde voor een verdisconteerd waardepapier
 176  PRICEMAT        = PRIJS.VERVALDAG        ##    Geeft als resultaat de prijs per € 100 nominale waarde voor een waardepapier waarvan de rente wordt uitgekeerd op de vervaldatum
 177  PV            = HW                ##    Geeft als resultaat de huidige waarde van een investering
 178  RATE            = RENTE                ##    Geeft als resultaat het periodieke rentepercentage voor een annuïteit
 179  RECEIVED        = OPBRENGST            ##    Geeft als resultaat het bedrag dat op de vervaldatum wordt uitgekeerd voor een volgestort waardepapier
 180  SLN            = LIN.AFSCHR            ##    Geeft als resultaat de lineaire afschrijving van activa over één termijn
 181  SYD            = SYD                ##    Geeft als resultaat de afschrijving van activa over een bepaalde termijn met behulp van de 'Sum-Of-Years-Digits'-methode
 182  TBILLEQ            = SCHATK.OBL            ##    Geeft als resultaat het rendement op schatkistpapier, dat op dezelfde manier wordt berekend als het rendement op obligaties
 183  TBILLPRICE        = SCHATK.PRIJS            ##    Bepaalt de prijs per € 100 nominale waarde voor schatkistpapier
 184  TBILLYIELD        = SCHATK.REND            ##    Berekent het rendement voor schatkistpapier
 185  VDB            = VDB                ##    Geeft als resultaat de afschrijving van activa over een gehele of gedeeltelijke termijn met behulp van de 'declining balance'-methode
 186  XIRR            = IR.SCHEMA            ##    Berekent de interne rentabiliteit voor een betalingsschema van cashflows
 187  XNPV            = NHW2                ##    Berekent de huidige nettowaarde voor een betalingsschema van cashflows
 188  YIELD            = RENDEMENT            ##    Geeft als resultaat het rendement voor een waardepapier waarvan de rente periodiek wordt uitgekeerd
 189  YIELDDISC        = REND.DISCONTO            ##    Geeft als resultaat het jaarlijkse rendement voor een verdisconteerd waardepapier, bijvoorbeeld schatkistpapier
 190  YIELDMAT        = REND.VERVAL            ##    Geeft als resultaat het jaarlijkse rendement voor een waardepapier waarvan de rente wordt uitgekeerd op de vervaldatum
 191  
 192  
 193  ##

 194  ##    Information functions                Informatiefuncties

 195  ##

 196  CELL            = CEL                ##    Geeft als resultaat informatie over de opmaak, locatie of inhoud van een cel
 197  ERROR.TYPE        = TYPE.FOUT            ##    Geeft als resultaat een getal dat overeenkomt met een van de foutwaarden van Microsoft Excel
 198  INFO            = INFO                ##    Geeft als resultaat informatie over de huidige besturingsomgeving
 199  ISBLANK            = ISLEEG            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde leeg is
 200  ISERR            = ISFOUT2            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde een foutwaarde is, met uitzondering van #N/B
 201  ISERROR            = ISFOUT            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde een foutwaarde is
 202  ISEVEN            = IS.EVEN            ##    Geeft als resultaat WAAR als het getal even is
 203  ISLOGICAL        = ISLOGISCH            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde een logische waarde is
 204  ISNA            = ISNB                ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde de foutwaarde #N/B is
 205  ISNONTEXT        = ISGEENTEKST            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde geen tekst is
 206  ISNUMBER        = ISGETAL            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde een getal is
 207  ISODD            = IS.ONEVEN            ##    Geeft als resultaat WAAR als het getal oneven is
 208  ISREF            = ISVERWIJZING            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde een verwijzing is
 209  ISTEXT            = ISTEKST            ##    Geeft als resultaat WAAR als de waarde tekst is
 210  N            = N                ##    Geeft als resultaat een waarde die is geconverteerd naar een getal
 211  NA            = NB                ##    Geeft als resultaat de foutwaarde #N/B
 212  TYPE            = TYPE                ##    Geeft als resultaat een getal dat het gegevenstype van een waarde aangeeft
 213  
 214  
 215  ##

 216  ##    Logical functions                Logische functies

 217  ##

 218  AND            = EN                ##    Geeft als resultaat WAAR als alle argumenten WAAR zijn
 219  FALSE            = ONWAAR            ##    Geeft als resultaat de logische waarde ONWAAR
 220  IF            = ALS                ##    Geeft een logische test aan
 221  IFERROR            = ALS.FOUT            ##    Retourneert een waarde die u opgeeft als een formule een fout oplevert, anders wordt het resultaat van de formule geretourneerd
 222  NOT            = NIET                ##    Keert de logische waarde van het argument om
 223  OR            = OF                ##    Geeft als resultaat WAAR als minimaal een van de argumenten WAAR is
 224  TRUE            = WAAR                ##    Geeft als resultaat de logische waarde WAAR
 225  
 226  
 227  ##

 228  ##    Lookup and reference functions            Zoek- en verwijzingsfuncties

 229  ##

 230  ADDRESS            = ADRES                ##    Geeft als resultaat een verwijzing, in de vorm van tekst, naar één bepaalde cel in een werkblad
 231  AREAS            = BEREIKEN            ##    Geeft als resultaat het aantal bereiken in een verwijzing
 232  CHOOSE            = KIEZEN            ##    Kiest een waarde uit een lijst met waarden
 233  COLUMN            = KOLOM                ##    Geeft als resultaat het kolomnummer van een verwijzing
 234  COLUMNS            = KOLOMMEN            ##    Geeft als resultaat het aantal kolommen in een verwijzing
 235  HLOOKUP            = HORIZ.ZOEKEN            ##    Zoekt in de bovenste rij van een matrix naar een bepaalde waarde en geeft als resultaat de gevonden waarde in de opgegeven cel
 236  HYPERLINK        = HYPERLINK            ##    Maakt een snelkoppeling of een sprong waarmee een document wordt geopend dat is opgeslagen op een netwerkserver, een intranet of op internet
 237  INDEX            = INDEX                ##    Kiest met een index een waarde uit een verwijzing of een matrix
 238  INDIRECT        = INDIRECT            ##    Geeft als resultaat een verwijzing die wordt aangegeven met een tekstwaarde
 239  LOOKUP            = ZOEKEN            ##    Zoekt naar bepaalde waarden in een vector of een matrix
 240  MATCH            = VERGELIJKEN            ##    Zoekt naar bepaalde waarden in een verwijzing of een matrix
 241  OFFSET            = VERSCHUIVING            ##    Geeft als resultaat een nieuwe verwijzing die is verschoven ten opzichte van een bepaalde verwijzing
 242  ROW            = RIJ                ##    Geeft als resultaat het rijnummer van een verwijzing
 243  ROWS            = RIJEN                ##    Geeft als resultaat het aantal rijen in een verwijzing
 244  RTD            = RTG                ##    Haalt realtimegegevens op uit een programma dat COM-automatisering (automatisering: een methode waarmee de ene toepassing objecten van een andere toepassing of ontwikkelprogramma kan besturen. Automatisering werd vroeger OLE-automatisering genoemd. Automatisering is een industrienorm die deel uitmaakt van het Component Object Model (COM).) ondersteunt
 245  TRANSPOSE        = TRANSPONEREN            ##    Geeft als resultaat de getransponeerde van een matrix
 246  VLOOKUP            = VERT.ZOEKEN            ##    Zoekt in de meest linkse kolom van een matrix naar een bepaalde waarde en geeft als resultaat de waarde in de opgegeven cel
 247  
 248  
 249  ##

 250  ##    Math and trigonometry functions            Wiskundige en trigonometrische functies

 251  ##

 252  ABS            = ABS                ##    Geeft als resultaat de absolute waarde van een getal
 253  ACOS            = BOOGCOS            ##    Geeft als resultaat de boogcosinus van een getal
 254  ACOSH            = BOOGCOSH            ##    Geeft als resultaat de inverse cosinus hyperbolicus van een getal
 255  ASIN            = BOOGSIN            ##    Geeft als resultaat de boogsinus van een getal
 256  ASINH            = BOOGSINH            ##    Geeft als resultaat de inverse sinus hyperbolicus van een getal
 257  ATAN            = BOOGTAN            ##    Geeft als resultaat de boogtangens van een getal
 258  ATAN2            = BOOGTAN2            ##    Geeft als resultaat de boogtangens van de x- en y-coördinaten
 259  ATANH            = BOOGTANH            ##    Geeft als resultaat de inverse tangens hyperbolicus van een getal
 260  CEILING            = AFRONDEN.BOVEN        ##    Rondt de absolute waarde van een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud
 261  COMBIN            = COMBINATIES            ##    Geeft als resultaat het aantal combinaties voor een bepaald aantal objecten
 262  COS            = COS                ##    Geeft als resultaat de cosinus van een getal
 263  COSH            = COSH                ##    Geeft als resultaat de cosinus hyperbolicus van een getal
 264  DEGREES            = GRADEN            ##    Converteert radialen naar graden
 265  EVEN            = EVEN                ##    Rondt het getal af op het dichtstbijzijnde gehele even getal
 266  EXP            = EXP                ##    Verheft e tot de macht van een bepaald getal
 267  FACT            = FACULTEIT            ##    Geeft als resultaat de faculteit van een getal
 268  FACTDOUBLE        = DUBBELE.FACULTEIT        ##    Geeft als resultaat de dubbele faculteit van een getal
 269  FLOOR            = AFRONDEN.BENEDEN        ##    Rondt de absolute waarde van een getal naar beneden af
 270  GCD            = GGD                ##    Geeft als resultaat de grootste gemene deler
 271  INT            = INTEGER            ##    Rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal
 272  LCM            = KGV                ##    Geeft als resultaat het kleinste gemene veelvoud
 273  LN            = LN                ##    Geeft als resultaat de natuurlijke logaritme van een getal
 274  LOG            = LOG                ##    Geeft als resultaat de logaritme met het opgegeven grondtal van een getal
 275  LOG10            = LOG10                ##    Geeft als resultaat de logaritme met grondtal 10 van een getal
 276  MDETERM            = DETERMINANTMAT        ##    Geeft als resultaat de determinant van een matrix
 277  MINVERSE        = INVERSEMAT            ##    Geeft als resultaat de inverse van een matrix
 278  MMULT            = PRODUCTMAT            ##    Geeft als resultaat het product van twee matrices
 279  MOD            = REST                ##    Geeft als resultaat het restgetal van een deling
 280  MROUND            = AFRONDEN.N.VEELVOUD        ##    Geeft als resultaat een getal afgerond op het gewenste veelvoud
 281  MULTINOMIAL        = MULTINOMIAAL            ##    Geeft als resultaat de multinomiaalcoëfficiënt van een reeks getallen
 282  ODD            = ONEVEN            ##    Rondt de absolute waarde van het getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele oneven getal
 283  PI            = PI                ##    Geeft als resultaat de waarde van pi
 284  POWER            = MACHT                ##    Verheft een getal tot een macht
 285  PRODUCT            = PRODUCT            ##    Vermenigvuldigt de argumenten met elkaar
 286  QUOTIENT        = QUOTIENT            ##    Geeft als resultaat de uitkomst van een deling als geheel getal
 287  RADIANS            = RADIALEN            ##    Converteert graden naar radialen
 288  RAND            = ASELECT            ##    Geeft als resultaat een willekeurig getal tussen 0 en 1
 289  RANDBETWEEN        = ASELECTTUSSEN            ##    Geeft een willekeurig getal tussen de getallen die u hebt opgegeven
 290  ROMAN            = ROMEINS            ##    Converteert een Arabisch getal naar een Romeins getal en geeft het resultaat weer in de vorm van tekst
 291  ROUND            = AFRONDEN            ##    Rondt een getal af op het opgegeven aantal decimalen
 292  ROUNDDOWN        = AFRONDEN.NAAR.BENEDEN        ##    Rondt de absolute waarde van een getal naar beneden af
 293  ROUNDUP            = AFRONDEN.NAAR.BOVEN        ##    Rondt de absolute waarde van een getal naar boven af
 294  SERIESSUM        = SOM.MACHTREEKS        ##    Geeft als resultaat de som van een machtreeks die is gebaseerd op de formule
 295  SIGN            = POS.NEG            ##    Geeft als resultaat het teken van een getal
 296  SIN            = SIN                ##    Geeft als resultaat de sinus van de opgegeven hoek
 297  SINH            = SINH                ##    Geeft als resultaat de sinus hyperbolicus van een getal
 298  SQRT            = WORTEL            ##    Geeft als resultaat de positieve vierkantswortel van een getal
 299  SQRTPI            = WORTEL.PI            ##    Geeft als resultaat de vierkantswortel van (getal * pi)
 300  SUBTOTAL        = SUBTOTAAL            ##    Geeft als resultaat een subtotaal voor een bereik
 301  SUM            = SOM                ##    Telt de argumenten op
 302  SUMIF            = SOM.ALS            ##    Telt de getallen bij elkaar op die voldoen aan een bepaald criterium
 303  SUMIFS            = SOMMEN.ALS            ##    Telt de cellen in een bereik op die aan meerdere criteria voldoen
 304  SUMPRODUCT        = SOMPRODUCT            ##    Geeft als resultaat de som van de producten van de corresponderende matrixelementen
 305  SUMSQ            = KWADRATENSOM            ##    Geeft als resultaat de som van de kwadraten van de argumenten
 306  SUMX2MY2        = SOM.X2MINY2            ##    Geeft als resultaat de som van het verschil tussen de kwadraten van corresponderende waarden in twee matrices
 307  SUMX2PY2        = SOM.X2PLUSY2            ##    Geeft als resultaat de som van de kwadratensom van corresponderende waarden in twee matrices
 308  SUMXMY2            = SOM.XMINY.2            ##    Geeft als resultaat de som van de kwadraten van de verschillen tussen de corresponderende waarden in twee matrices
 309  TAN            = TAN                ##    Geeft als resultaat de tangens van een getal
 310  TANH            = TANH                ##    Geeft als resultaat de tangens hyperbolicus van een getal
 311  TRUNC            = GEHEEL            ##    Kapt een getal af tot een geheel getal
 312  
 313  
 314  ##

 315  ##    Statistical functions                Statistische functies

 316  ##

 317  AVEDEV            = GEM.DEVIATIE            ##    Geeft als resultaat het gemiddelde van de absolute deviaties van gegevenspunten ten opzichte van hun gemiddelde waarde
 318  AVERAGE            = GEMIDDELDE            ##    Geeft als resultaat het gemiddelde van de argumenten
 319  AVERAGEA        = GEMIDDELDEA            ##    Geeft als resultaat het gemiddelde van de argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 320  AVERAGEIF        = GEMIDDELDE.ALS        ##    Geeft het gemiddelde (rekenkundig gemiddelde) als resultaat van alle cellen in een bereik die voldoen aan de opgegeven criteria
 321  AVERAGEIFS        = GEMIDDELDEN.ALS        ##    Geeft het gemiddelde (rekenkundig gemiddelde) als resultaat van alle cellen die aan meerdere criteria voldoen
 322  BETADIST        = BETA.VERD            ##    Geeft als resultaat de cumulatieve bèta-verdelingsfunctie
 323  BETAINV            = BETA.INV            ##    Geeft als resultaat de inverse van de cumulatieve verdelingsfunctie voor een gegeven bèta-verdeling
 324  BINOMDIST        = BINOMIALE.VERD        ##    Geeft als resultaat de binomiale verdeling
 325  CHIDIST            = CHI.KWADRAAT            ##    Geeft als resultaat de eenzijdige kans van de chi-kwadraatverdeling
 326  CHIINV            = CHI.KWADRAAT.INV        ##    Geeft als resultaat de inverse van een eenzijdige kans van de chi-kwadraatverdeling
 327  CHITEST            = CHI.TOETS            ##    Geeft als resultaat de onafhankelijkheidstoets
 328  CONFIDENCE        = BETROUWBAARHEID        ##    Geeft als resultaat het betrouwbaarheidsinterval van een gemiddelde waarde voor de elementen van een populatie
 329  CORREL            = CORRELATIE            ##    Geeft als resultaat de correlatiecoëfficiënt van twee gegevensverzamelingen
 330  COUNT            = AANTAL            ##    Telt het aantal getallen in de argumentenlijst
 331  COUNTA            = AANTALARG            ##    Telt het aantal waarden in de argumentenlijst
 332  COUNTBLANK        = AANTAL.LEGE.CELLEN        ##    Telt het aantal lege cellen in een bereik
 333  COUNTIF            = AANTAL.ALS            ##    Telt in een bereik het aantal cellen die voldoen aan een bepaald criterium
 334  COUNTIFS        = AANTALLEN.ALS            ##    Telt in een bereik het aantal cellen die voldoen aan meerdere criteria
 335  COVAR            = COVARIANTIE            ##    Geeft als resultaat de covariantie, het gemiddelde van de producten van de gepaarde deviaties
 336  CRITBINOM        = CRIT.BINOM            ##    Geeft als resultaat de kleinste waarde waarvoor de binomiale verdeling kleiner is dan of gelijk is aan het criterium
 337  DEVSQ            = DEV.KWAD            ##    Geeft als resultaat de som van de deviaties in het kwadraat
 338  EXPONDIST        = EXPON.VERD            ##    Geeft als resultaat de exponentiële verdeling
 339  FDIST            = F.VERDELING            ##    Geeft als resultaat de F-verdeling
 340  FINV            = F.INVERSE            ##    Geeft als resultaat de inverse van de F-verdeling
 341  FISHER            = FISHER            ##    Geeft als resultaat de Fisher-transformatie
 342  FISHERINV        = FISHER.INV            ##    Geeft als resultaat de inverse van de Fisher-transformatie
 343  FORECAST        = VOORSPELLEN            ##    Geeft als resultaat een waarde op basis van een lineaire trend
 344  FREQUENCY        = FREQUENTIE            ##    Geeft als resultaat een frequentieverdeling in de vorm van een verticale matrix
 345  FTEST            = F.TOETS            ##    Geeft als resultaat een F-toets
 346  GAMMADIST        = GAMMA.VERD            ##    Geeft als resultaat de gamma-verdeling
 347  GAMMAINV        = GAMMA.INV            ##    Geeft als resultaat de inverse van de cumulatieve gamma-verdeling
 348  GAMMALN            = GAMMA.LN            ##    Geeft als resultaat de natuurlijke logaritme van de gamma-functie, G(x)
 349  GEOMEAN            = MEETK.GEM            ##    Geeft als resultaat het meetkundige gemiddelde
 350  GROWTH            = GROEI                ##    Geeft als resultaat de waarden voor een exponentiële trend
 351  HARMEAN            = HARM.GEM            ##    Geeft als resultaat het harmonische gemiddelde
 352  HYPGEOMDIST        = HYPERGEO.VERD            ##    Geeft als resultaat de hypergeometrische verdeling
 353  INTERCEPT        = SNIJPUNT            ##    Geeft als resultaat het snijpunt van de lineaire regressielijn met de y-as
 354  KURT            = KURTOSIS            ##    Geeft als resultaat de kurtosis van een gegevensverzameling
 355  LARGE            = GROOTSTE            ##    Geeft als resultaat de op k-1 na grootste waarde in een gegevensverzameling
 356  LINEST            = LIJNSCH            ##    Geeft als resultaat de parameters van een lineaire trend
 357  LOGEST            = LOGSCH            ##    Geeft als resultaat de parameters van een exponentiële trend
 358  LOGINV            = LOG.NORM.INV            ##    Geeft als resultaat de inverse van de logaritmische normale verdeling
 359  LOGNORMDIST        = LOG.NORM.VERD            ##    Geeft als resultaat de cumulatieve logaritmische normale verdeling
 360  MAX            = MAX                ##    Geeft als resultaat de maximumwaarde in een lijst met argumenten
 361  MAXA            = MAXA                ##    Geeft als resultaat de maximumwaarde in een lijst met argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 362  MEDIAN            = MEDIAAN            ##    Geeft als resultaat de mediaan van de opgegeven getallen
 363  MIN            = MIN                ##    Geeft als resultaat de minimumwaarde in een lijst met argumenten
 364  MINA            = MINA                ##    Geeft als resultaat de minimumwaarde in een lijst met argumenten, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 365  MODE            = MODUS                ##    Geeft als resultaat de meest voorkomende waarde in een gegevensverzameling
 366  NEGBINOMDIST        = NEG.BINOM.VERD        ##    Geeft als resultaat de negatieve binomiaalverdeling
 367  NORMDIST        = NORM.VERD            ##    Geeft als resultaat de cumulatieve normale verdeling
 368  NORMINV            = NORM.INV            ##    Geeft als resultaat de inverse van de cumulatieve standaardnormale verdeling
 369  NORMSDIST        = STAND.NORM.VERD        ##    Geeft als resultaat de cumulatieve standaardnormale verdeling
 370  NORMSINV        = STAND.NORM.INV        ##    Geeft als resultaat de inverse van de cumulatieve normale verdeling
 371  PEARSON            = PEARSON            ##    Geeft als resultaat de correlatiecoëfficiënt van Pearson
 372  PERCENTILE        = PERCENTIEL            ##    Geeft als resultaat het k-de percentiel van waarden in een bereik
 373  PERCENTRANK        = PERCENT.RANG            ##    Geeft als resultaat de positie, in procenten uitgedrukt, van een waarde in de rangorde van een gegevensverzameling
 374  PERMUT            = PERMUTATIES            ##    Geeft als resultaat het aantal permutaties voor een gegeven aantal objecten
 375  POISSON            = POISSON            ##    Geeft als resultaat de Poisson-verdeling
 376  PROB            = KANS                ##    Geeft als resultaat de kans dat waarden zich tussen twee grenzen bevinden
 377  QUARTILE        = KWARTIEL            ##    Geeft als resultaat het kwartiel van een gegevensverzameling
 378  RANK            = RANG                ##    Geeft als resultaat het rangnummer van een getal in een lijst getallen
 379  RSQ            = R.KWADRAAT            ##    Geeft als resultaat het kwadraat van de Pearson-correlatiecoëfficiënt
 380  SKEW            = SCHEEFHEID            ##    Geeft als resultaat de mate van asymmetrie van een verdeling
 381  SLOPE            = RICHTING            ##    Geeft als resultaat de richtingscoëfficiënt van een lineaire regressielijn
 382  SMALL            = KLEINSTE            ##    Geeft als resultaat de op k-1 na kleinste waarde in een gegevensverzameling
 383  STANDARDIZE        = NORMALISEREN            ##    Geeft als resultaat een genormaliseerde waarde
 384  STDEV            = STDEV                ##    Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef
 385  STDEVA            = STDEVA            ##    Maakt een schatting van de standaarddeviatie op basis van een steekproef, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 386  STDEVP            = STDEVP            ##    Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie
 387  STDEVPA            = STDEVPA            ##    Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 388  STEYX            = STAND.FOUT.YX            ##    Geeft als resultaat de standaardfout in de voorspelde y-waarde voor elke x in een regressie
 389  TDIST            = T.VERD            ##    Geeft als resultaat de Student T-verdeling
 390  TINV            = T.INV                ##    Geeft als resultaat de inverse van de Student T-verdeling
 391  TREND            = TREND                ##    Geeft als resultaat de waarden voor een lineaire trend
 392  TRIMMEAN        = GETRIMD.GEM            ##    Geeft als resultaat het gemiddelde van waarden in een gegevensverzameling
 393  TTEST            = T.TOETS            ##    Geeft als resultaat de kans met behulp van de Student T-toets
 394  VAR            = VAR                ##    Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef
 395  VARA            = VARA                ##    Maakt een schatting van de variantie op basis van een steekproef, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 396  VARP            = VARP                ##    Berekent de variantie op basis van de volledige populatie
 397  VARPA            = VARPA                ##    Berekent de standaarddeviatie op basis van de volledige populatie, inclusief getallen, tekst en logische waarden
 398  WEIBULL            = WEIBULL            ##    Geeft als resultaat de Weibull-verdeling
 399  ZTEST            = Z.TOETS            ##    Geeft als resultaat de eenzijdige kanswaarde van een Z-toets
 400  
 401  
 402  ##

 403  ##    Text functions                    Tekstfuncties

 404  ##

 405  ASC            = ASC                ##    Wijzigt Nederlandse letters of katakanatekens over de volle breedte (dubbel-bytetekens) binnen een tekenreeks in tekens over de halve breedte (enkel-bytetekens)
 406  BAHTTEXT        = BAHT.TEKST            ##    Converteert een getal naar tekst met de valutanotatie ß (baht)
 407  CHAR            = TEKEN                ##    Geeft als resultaat het teken dat hoort bij de opgegeven code
 408  CLEAN            = WISSEN.CONTROL        ##    Verwijdert alle niet-afdrukbare tekens uit een tekst
 409  CODE            = CODE                ##    Geeft als resultaat de numerieke code voor het eerste teken in een tekenreeks
 410  CONCATENATE        = TEKST.SAMENVOEGEN        ##    Voegt verschillende tekstfragmenten samen tot één tekstfragment
 411  DOLLAR            = EURO                ##    Converteert een getal naar tekst met de valutanotatie € (euro)
 412  EXACT            = GELIJK            ##    Controleert of twee tekenreeksen identiek zijn
 413  FIND            = VIND.ALLES            ##    Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters)
 414  FINDB            = VIND.ALLES.B            ##    Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters)
 415  FIXED            = VAST                ##    Maakt een getal als tekst met een vast aantal decimalen op
 416  JIS            = JIS                ##    Wijzigt Nederlandse letters of katakanatekens over de halve breedte (enkel-bytetekens) binnen een tekenreeks in tekens over de volle breedte (dubbel-bytetekens)
 417  LEFT            = LINKS                ##    Geeft als resultaat de meest linkse tekens in een tekenreeks
 418  LEFTB            = LINKSB            ##    Geeft als resultaat de meest linkse tekens in een tekenreeks
 419  LEN            = LENGTE            ##    Geeft als resultaat het aantal tekens in een tekenreeks
 420  LENB            = LENGTEB            ##    Geeft als resultaat het aantal tekens in een tekenreeks
 421  LOWER            = KLEINE.LETTERS        ##    Zet tekst om in kleine letters
 422  MID            = MIDDEN            ##    Geeft als resultaat een bepaald aantal tekens van een tekenreeks vanaf de positie die u opgeeft
 423  MIDB            = DEELB                ##    Geeft als resultaat een bepaald aantal tekens van een tekenreeks vanaf de positie die u opgeeft
 424  PHONETIC        = FONETISCH            ##    Haalt de fonetische tekens (furigana) uit een tekenreeks op
 425  PROPER            = BEGINLETTERS            ##    Zet de eerste letter van elk woord in een tekst om in een hoofdletter
 426  REPLACE            = VERVANG            ##    Vervangt tekens binnen een tekst
 427  REPLACEB        = VERVANGENB            ##    Vervangt tekens binnen een tekst
 428  REPT            = HERHALING            ##    Herhaalt een tekst een aantal malen
 429  RIGHT            = RECHTS            ##    Geeft als resultaat de meest rechtse tekens in een tekenreeks
 430  RIGHTB            = RECHTSB            ##    Geeft als resultaat de meest rechtse tekens in een tekenreeks
 431  SEARCH            = VIND.SPEC            ##    Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters)
 432  SEARCHB            = VIND.SPEC.B            ##    Zoekt een bepaalde tekenreeks in een tekst (waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters)
 433  SUBSTITUTE        = SUBSTITUEREN            ##    Vervangt oude tekst door nieuwe tekst in een tekenreeks
 434  T            = T                ##    Converteert de argumenten naar tekst
 435  TEXT            = TEKST                ##    Maakt een getal op en converteert het getal naar tekst
 436  TRIM            = SPATIES.WISSEN        ##    Verwijdert de spaties uit een tekst
 437  UPPER            = HOOFDLETTERS            ##    Zet tekst om in hoofdletters
 438  VALUE            = WAARDE            ##    Converteert tekst naar een getal


Generated: Thu Aug 11 10:00:09 2016 Cross-referenced by PHPXref 0.7.1